Een wanbetaler achter zijn broek zitten kan in Nederland soms behoorlijk lastig zijn. Een buitenlandse vordering innen is nóg gecompliceerder. Incasso-expert Dick Wolff legt uit wat je moet doen.
88 procent Nederlandse bedrijven werd vorig jaar geconfronteerd met te late betalingen. Een vordering innen bij een Nederlandse klant kan soms al voor hoofdbrekens zorgen. Maar een achterstallige betaling uit het buitenland incasseren is een stuk ingewikkelder.
“Sommige ondernemers hebben buitenlandse vorderingen uitstaan van wel vier tot zes jaar oud”, zegt Dick Wolff, directeur van DWM in Liechtenstein, een bedrijf dat is gespecialiseerd in internationale incasso’s. Hij legt uit wat je kunt doen als een buitenlandse klant niet over de brug wil komen.
1. Vraag een kredietrapport aan
Voorkomen is natuurlijk altijd beter dan genezen. Krijg je een grote order van een nieuwe klant, vraag dan een kredietrapport op voor je met dit bedrijf in zee gaat, adviseert Wolff. “Je krijgt dan inzicht in de kredietwaardigheid, het betaalgedrag en eventuele schulden.”
Als je merkt dat een vaste klant achter gaat lopen met betalingen, kun je ook tussentijds zo’n rapport aanvragen, voordat je een grote order aanneemt: “Je kunt dan checken of zijn financiële situatie is verslechterd.”
2. Maak afspraken met vaste klanten
Blijkt dat de financiële situatie van een vaste klant is verslechterd, blijf dan niet zomaar goederen en diensten leveren. Wil je toch zaken blijven doen, vraag dan om een deel van het bedrag vooruit te betalen. Met een trouwe klant die tijdelijk krapper bij kas zit, kun je afspraken maken om de betalingsachterstand in delen te voldoen.
3. Ga in zee met een lokale partij
"Een ondernemer met schulden zal het eerst betalen voor producten en diensten die hij het hardst nodig heeft of aan bedrijven die het meest vervelend zijn", zegt Wolff. "Druk blijven zetten is dus belangrijk."
Dit gaat volgens hem het makkelijkst als dit ter plaatse gebeurt. "Op een Spaans bedrijf maken telefoontjes en aanmaningen vanuit Nederland doorgaans weinig indruk. Het is effectiever om een Spaans incassobureau in te schakelen. Dat komt niet alleen dichterbij, maar zorgt ook voor extra druk. Omdat de vordering daar wordt geregistreerd, kan dit van invloed zijn op toekomstige kredieten. Bovendien is het praktischer, omdat de klant het geld kan overmaken naar een binnenlands rekeningnummer en met het incassobureau kan communiceren in de eigen taal."
Wolff waarschuwt er wel voor dat in de incassomarkt veel cowboys actief zijn: bureaus die debiteuren onheus bejegenen of die het geld wel innen, maar vervolgens niet doorsturen. Om een misser te voorkomen, kun je de vordering uitbesteden aan een incassobureau dat beschikt over een internationaal netwerk van lokale incassobureaus en advocatenkantoren.
4. Let op de tijd en de kosten
Is de betalingstermijn verstreken, kom dan snel in actie. Niet alleen loop je bij lang wachten een verhoogd risico dat de klant in de tussentijd failliet gaat, waardoor je naar je geld kunt fluiten; ook is er een kans dat de vordering verjaart. De verjaringstermijn verschilt volgens Wolff per land. In Duitsland bijvoorbeeld is een vordering na drie jaar verjaard.
Wil je de vordering uitbesteden aan een incassobureau, let dan goed op de kosten. Deze moeten uiteraard in verhouding staan tot het openstaande bedrag. Volgens Wolff mogen in diverse landen geen incassokosten worden doorberekend aan de debiteur, waardoor je een financieel risico loopt als de klant niet betaalt.
Ook de slagingskans van de incassoprocedure is van belang. Volgens Wolff verschilt dit per land. "In Scandinavië is de kans op succes doorgaans het hoogst. Omdat daar veel kredietinformatie beschikbaar is, is de betalingsmoraal er relatief goed. Ook in Duitsland zijn de procedures relatief snel en goedkoop. In Spanje daarentegen is het lastiger om druk uit te oefenen. Omdat gerechtelijke procedures hier erg lang duren, calculeren veel bedrijven in dat het met de inning niet zo'n vaart zal lopen."
Om het financiële risico van een oninbare vordering te beperken, kun je ook kiezen voor een bureau dat werkt op basis van no cure no pay. Blijft uitbetaling uit, dan ben je alleen dossierkosten - enkele tientjes - verschuldigd. Wordt er wèl geld geïncasseerd, dan wordt commissie ingehouden. Bij DWM, dat werkt met een eigen onafhankelijk wereldwijd netwerk van incassobureaus en advocatenkantoren, loopt dit bedrag uiteen van 15 tot 30 procent van de hoofdsom. Het percentage verschilt per land.
5. Probeer een gang naar de rechter te vermijden
Door de zogeheten Europese Betalingsbevel Verordening is het sinds 2008 eenvoudiger geworden om binnen de Europese Unie een onbetwiste geldvordering vast te laten stellen door de rechter. Je hoeft je hiervoor niet te laten bijstaan door een advocaat.
Desondanks kan een gerechtelijke procedure behoorlijk in de papieren lopen; zeker als de debiteur tegen de vordering in verweer gaat. Volgens Wolff zijn in sommige landen de kosten voor een rechtsgang zo hoog, dat deze vaak niet in verhouding staan tot de hoofdsom. Bovendien kampen rechtbanken in sommige landen met forse achterstanden. "In Spanje en Griekenland bedraagt de wachttijd soms wel twee jaar. Hierdoor is het risico groot dat het bedrijf inmiddels niet meer bestaat als de zaak voor de rechter komt", zegt Wolff.
Hij adviseert daarom om altijd eerst te proberen om de vordering te innen via een buitengerechtelijke procedure, uitgevoerd door een lokaal kantoor. Mocht dit niets uithalen, check dan de financiële situatie van de klant voor je naar de rechter stapt. Van een kale kip kun je immers niet plukken.